Skip to content

In februari is aangekondigd dat TotalEnergies en het Franse bedrijf Air Liquide de komende jaren meer dan 100 waterstofstations gaan bouwen langs belangrijke Europese transportwegen. Voor wie worden deze stations gebouwd? Hoe duurzaam is deze waterstof? En waar kun je het nu al tanken? Vijf vragen over waterstof en mobiliteit.

Voor welk soort transport?

De 100 waterstofstations die TotalEnergies en Air Liquide de komende tien jaar binnen de geplande joint venture zullen gaan bouwen, zijn in de eerste plaats bedoeld voor de transportsector. De meeste stations worden gebouwd in Frankrijk, België, Nederland, Luxemburg en Duitsland. Waterstof is namelijk een interessant alternatief voor fossiele brandstoffen, vooral voor internationaal goederenvervoer. Het bereik van een waterstoftruck is groot (de laatste modellen rijden 1500 km op een volle tank) en tanken kost weinig tijd (vergelijkbaar met diesel).

Bovendien maken waterstoftrucks dankzij hun brandstofcellen niet rechtstreeks gebruik van het stroomnet. Een waterstofvloot heeft dus geen last van – maar draagt ook niet bij aan! – de krapte op het stroomnet. Sterker nog, de distributie van waterstof kan zelfs de vraag en het aanbod van elektriciteit meer met elkaar in balans brengen. Daarover later meer. Hoewel de geplande locaties voornamelijk op transportroutes liggen kunnen ook lichtere voertuigen hier waterstof tanken. Op de stations kan er zowel met 350 bar (zware voertuigen) als 700 bar (personenvoertuigen, bestelauto’s, kleinere vrachtwagens) gevuld worden. Waarschijnlijk zullen in de toekomst ook zwaardere vrachtwagens met 700 bar kunnen tanken.

TotalEnergies’ waterstofstrategie voor mobiliteit richt zich voornamelijk, maar niet alleen, op transport over de weg. Terwijl de joint venture met Air Liquide vooral de transportsector in Europa zal bedienen, blijft TotalEnergies met de Hydrogen Mobility Solutions business unit binnen de Marketing & Services branch zich richten op off-road transport (mijnbouw, vervoer per spoor). Andere toepassingen zoals scheepvaart en binnenvaart staan op de radar van TotalEnergies maar bieden op dit moment minder kansen voor waterstof.

Wat doen de voertuigfabrikanten?

Toegegeven: de beschikbaarheid van waterstoftrucks is nu nog niet zo groot. Maar dat verandert snel. Ook voertuigfabrikanten zien het voordeel van waterstof voor de transportsector.

Grote vrachtwagenfabrikanten als Volvo, Daimler en Hyundai ontwikkelen en testen momenteel waterstoftrucks of brengen ze zelfs al op de markt. De geplande realisatie van meer dan 100 waterstofstations langs Europese transportroutes door TotalEnergies en Air Liquide wordt door de OEM’s goed ontvangen en zal de ontwikkeling van waterstoftrucks versnellen. De vraag naar waterstoftrucks is immers afhankelijk van de aanwezigheid van een waterstofinfrastructuur.

Hoewel waterstof een minder grote drijfveer is voor de ontwikkeling van lichtere voertuigklassen, zien fabrikanten wel kansen voor lichte bedrijfswagens die intensief worden gebruikt in gebieden met milieuzones. Denk aan taxi’s en kleine bestelwagens. Stellantis, Renault, Toyota ontwikkelen al verschillende modellen voor deze markt. Door haar deelname in Hysetco, een Parijse startup voor H2-toepassingen in lichte mobiliteit, blijft TotalEnergies de ontwikkelingen in deze markt nauw volgen.

Grijs, groen of blauw?

Waterstof is een belangrijke speler in de transitie naar duurzame energie. Anders dan bij fossiele brandstoffen hoeven we niet bang te zijn dat het opraakt en bovendien stoten waterstofauto’s alleen water uit. Daar staat tegenover dat waterstof als energiedrager (in plaats van energiebron) niet vrij beschikbaar is en dat de duurzaamheid van waterstof afhangt van de manier waarop het wordt geproduceerd. De meest gebruikte manieren om waterstof te verkrijgen zijn door het vrij te maken uit aardgas of water te splitsen door middel van elektrolyse.

Bij het vrijmaken van waterstof uit aardgas komt echter CO2 vrij. Datzelfde gebeurt wanneer bij elektrolyse gebruik wordt gemaakt van elektriciteit die met fossiele brandstoffen is opgewekt. Als deze CO2 niet wordt afgevangen maar in de atmosfeer terecht komt, spreken we van “grijze” waterstof. Wordt de CO2 wel afgevangen, dan spreken we van “blauwe” waterstof.

Hernieuwbare of “groene” waterstof wordt geproduceerd door bij de elektrolyse gebruik te maken van elektriciteit uit energiebronnen zoals zon en wind. Of door waterstof vrij te maken uit biogas in plaats van (fossiel) aardgas. TotalEnergies en Air Liquide streven ernaar om op de stations die zij gaan ontwikkelen hernieuwbare waterstof aan te bieden voor zover dat mogelijk is. Op dit moment zijn de zware industrie en de transportsector de segmenten waar waterstof het meest gebruikt wordt en die daardoor een betekenisvolle rol kunnen spelen in de energietransitie.

Hoe gaan we het transporteren

Waterstof is een gas. Als het niet onder druk wordt gebracht neemt het veel volume in en is in die vorm lastig op te slaan en te vervoeren. Vandaag de dag worden waterstofstations vaak bevoorraad door zogenaamde tubetrailers: trucks met opleggers waar lange cilinders met gecomprimeerd (tot 300 bar) waterstofgas op liggen.

Om het laadvermogen van deze tubetrailers verder te vergroten, kan het volume van waterstof worden verkleind door het vloeibaar te maken. Dat gebeurt door waterstof te koelen tot -252°C (cryogene opslag). Als er binnen een bepaalde afstand waterstof wordt geproduceerd, kan het ook via pijpleidingen naar een waterstofstation worden getransporteerd.

Waar kun je nu al waterstof tanken?

De Europese waterstofroute die TotalEnergies voor ogen heeft is al deels gerealiseerd in Nederland. Op routes naar Belgie, Frankrijk en Duitsland heeft TotalEnergies al openbaar toegankelijke waterstofstations in Breda (A27), Veldhoven (A27 en A67) en in Arnhem (A12). Later dit jaar opent TotalEnergies ook een waterstofstation in Capelle aan den IJssel en in Utrecht (A2). De komende maanden worden ook stations geopend in Reims (Frankrijk) en in Leipzig en Neurenberg (Duitsland).

 

Meer over New Energies